Leerlingen worden collega’s
Maarten van Laarhoven is journalist en begeleidt ook verschillende Maastrichtse basisscholen bij het maken van een jaarboek. “Voor ik begin met de lessen zeg ik: We zijn vanaf nu collega’s, we zijn samen de redactie. Dus ik ben geen meneer, ik ben gewoon Maarten. Je creëert zo gelijkwaardigheid, waardoor de kinderen gemakkelijker hun mond opendoen en ook fouten durven te maken. Soms zitten ze naar een blanco scherm te kijken en komt er niks. Dan kan ik ze geruststellen en vertellen dat mij dat als journalist ook gebeurt. Dat brengt meteen ontspanning.”
Begeleiding van experts
Dolf: “Ik vind het ook zo leuk om interviews terug te zien met kinderen waarvan je dat niet verwacht, omdat ze zich bijvoorbeeld meestal op de achtergrond houden.” Patrick: “Dat gaat echt heel natuurlijk. De kinderen bepalen zelf wie de redactie vormt en verdelen alle taken. Ze maken afspraken met elkaar en zo krijgt iedereen een rol. Vaak zitten ze al lang in dezelfde klas. Dan zie je dat ze precies weten wie waar goed in is.” Dolf: “De begeleiding van experts helpt ook enorm. Daarvan horen ze dan hoe ze dingen kunnen aanpakken. Je ziet dan dat iedereen de meerwaarde ervan gaat inzien en dan gaat het leven.”
Veel meer dan wat stukjes schrijven
Het Jaarboek is dus veel meer dan samen stukjes schrijven en een boek maken. Kinderen passen basisvaardigheden als lezen en taal toe en gaan met een andere bril op kijken naar de wereld om hen heen. En dan leren ze ook nog plannen, organiseren, samenwerken, feedback geven en ontvangen, associëren en inspiratie opdoen. Maarten: “In deze complexe wereld is het zo belangrijk dat kinderen leren hoe ze een mening kunnen en mogen vormen, en ook dat je niet alles moet geloven wat je leest, hoort en ziet. Dat bereidt ze ook stap voor stap voor op de middelbare school en het verdere leven. Het project leidt ook tot mooie gesprekken, omdat hun wereld steeds groter wordt.”
Patrick: “De kunst van de leerkracht is dan om die gesprekken open te voeren. We geven kinderen ruimte om hun mening te delen én te luisteren naar anderen, maar het is geen wedstrijd. Daarnaast krijgen de kinderen ook eigenaarschap. We geven ze het vertrouwen om dingen te doen en ze voelen zich serieus genomen. Ze leren om het zelf te doen. Samen creëren ze iets waar ze nog lang op kunnen terugkijken, waar ze later ook ter wereld terechtkomen.” Maarten: “Het is een ontspannen manier van heel veel leren. Het is eigenlijk een soort miniversie van de School van Journalistiek.”
Aanpassen, overleggen en argumenteren
Patrick: “De kinderen leren ook aanpassen – zowel aan elkaar als in hun geschreven stukken. Er waren eens vier groepjes met een artikel over hetzelfde thema. Ze zijn samen gaan zitten en hebben van al hun stukken één stuk gemaakt. De redactie kiest uiteindelijk wat er in het jaarboek komt. Zo leren kinderen om te argumenteren en te overleggen.”
Niet iedereen heeft er zin in
Maarten: “Er zijn ook altijd kinderen bij die een beetje dwars doen. Dat vraagt wat meer doorzettingsvermogen van ons en de leerkracht, maar des te groter is de voldoening als ook zij gaan meedoen. Zo stond ik een keer voor een groep waarvan het merendeel niet wilde meewerken. Aan het eind van de les vroeg de leerkracht: ‘Mag Maarten nog eens terugkomen?’ De meesten riepen dat dat niet hoefde. ‘Nou, dan kom ik nog twee keer,’ was mijn antwoord. Ik daagde ze uit om er toch samen iets van te maken. En dat lukte.”